Structuur

Voordat je begint met schrijven is het belangrijk dat je weet waar je naar toe werkt. Je onderzoeksvraag en onderzoeksdoel geven je richting in wat je waarom wilt onderzoeken. Het is aan te raden een voorlopige inhoudsopgave te maken, zodat je steeds kunt controleren of je nog de juiste richting volgt. Elk hoofdstuk heeft immers zijn eigen functie in de scriptie waarbij de inleiding en de conclusie & discussie de kaders bepalen van je onderzoeksverslag. 

Vaak krijg je al vanuit de opleiding eisen waaraan de indeling van je scriptie moet voldoen en lopen deze min of meer gelijk met de stappen in de onderzoekscyclus. Een veelvoorkomende structuur is de volgende:

Voorwoord

Samenvatting

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Introductie van het onderwerp, de aanleiding en context, het probleem, het onderzoeksdoel en de onderzoeksvragen

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader

Hoofdstuk 3:Onderzoeksmethodologie

Hoofdstuk 4: Resultaten

Hoofdstuk 5: Conclusie & Discussie

Literatuurlijst

Bijlagen

Om de focus niet te verliezen binnen de hoofdstukken, kun je een tekstschema of mindmap maken van de thema’s die je in elk hoofdstuk wil behandelen. Deze thema’s orden je in afzonderlijke paragrafen. Elke paragraaf bestaat uit meerdere alinea’s die een deelthema centraal stellen. Een deelthema is bijvoorbeeld een uitleg over een theorie die eindigt met een bruggetje naar het volgende deelthema, waarin je bijvoorbeeld kritiek op deze theorie of overeenkomsten met een andere theorie beschrijft. Elke paragraaf bevat een (voorlopige) titelkop en gezamenlijk vormen de paragrafen de structuur van het hele hoofdstuk.

Ga naar: